De koe, een van de meest gefokte dieren ter wereld. In Nederland, een echt weide land zijn meer dan 4 miljoen koeien aanwezig. Onder de koe verstaat men alleen de vrouwelijke variant van het rund. De mannetjes, ook wel stieren genoemd zijn er in stuk mindere mate omdat deze geen melk kunnen geven. De mens en de koe gaan al jaren samen. Uit onderzoek blijkt dat men in het midden oosten al meer dan 10000 jaar geleden koeien hield, fokte en gebruikte voor melk en vlees. De koe stamt af van de oeros Bos primigenius. Deze oervorm van de koe is echter al sinds de middeleeuwen uitgestorven. Wetenschappers proberen deze oervorm weer terug te fokken, tot nu toe echter met weinig succes. De huidige koe wordt echter wel steeds productiever, door selectief te fokken neemt het volume van melk steeds meer toe. Rond het jaar 1900 leverde een gemiddelde koe 2500 liter melk per jaar. Tegenwoordig is dat ongeveer 12000 liter. Dit komt door het selectief fokken van koeien die veel melk leveren. Naast het leveren van melk worden de dieren ook gebruikt voor de productie van vlees. Een gemiddelde koe wordt daarom na 6 jaar naar het slachthuis gebracht om tot biefstuk en gehakt verwerkt te worden.
Voordat het zo ver is dat het dier rijp is voor de slacht worden koeien gehouden op de boerderij. Zeker de laatste jaren kijkt men steeds professioneler naar de stalinrichting voor deze koeien. Vroeger was het normaal om zo veel mogelijk dieren in zo weinig mogelijk ruimte te stoppen. Echter is het dierenwelzijn een steeds belangrijkere factor bij de consument geworden. Daarom worden de dieren meer ruimte gegund en worden stallen steeds efficiënter ingedeeld. Ook gaat een stuk meer automatisch tegenwoordig. Zo is er een koeborstel, dit is een soort wasstraat voor koeien waarin alle viezigheid van de dieren wordt gespoeld. Zo voorkomt men enge ziekten en eczeem bij de dieren.